Beschrijving
Het boek De Etruskische glimlach van Jose Luis Sampedro is verschenen in 2008.
Salvatore Roncone, een oude boer uit Calabrië die weet dat hij door zijn ziekte niet lang meer te leven heeft, verruilt zijn dorp voor de grote stad Milaan. In het huis van zijn zoon komt hij in contact met zijn kleinzoon Bruno, die de oude partizaan de ogen opent voor dingen waarvan hij het bestaan niet vermoedde. Het jongetje, een nieuwe liefde en het leven in de stad maken bij de grootvader ongekende emoties los. Oud en jong, modern en antiek, man en vrouw, stad en platteland; het zijn de klassieke tegenstellingen die Salvatore aan het einde van zijn leven overwint. Zo kan hij zich verzoenen met zijn lot en zijn laatste adem uitblazen met een glimlach op de lippen: een glimlach als die van de echtgenoten op de tombe in Villa Giulia. ‘Ik heb het boek in twee avonden uitgelezen en met heel veel plezier. Het is een juweel.’ Emile Brouwer, Boekhandel Comenius, Naarden De Spaanse auteur José Luis Sampedro (1917), van huis uit econoom, bereikte een groot internationaal lezerspubliek met zijn roman De Etruskische glimlach. Sampedro werd in 1990 lid van de Real Academia Española en behoort daarmee tot de meest illustere Spaanse schrijvers. * * * Na 350 paginas moet u een ander boek zoeken en dat zal niet meevallen na het lezen van dit juweeltje. Emile Brouwer in Qualis. Wat is het geheim van deze geslaagde roman? De opgeroepen sfeer? De toegankelijkheid? Het hoge inlevingsgehalte? De onderliggende humor en levenswaarheden? Feit is dat Sampedro met zijn verhaal over een oude boer uit Calabrië bij veel lezers een gevoelige snaar raakt. Jacqueline Visscher in Viva España, 4 – 2008 Op Bol.com: ‘Dit boek laat je niet los. Je blijft lezen. Het is ontroerend, intrigerend en boeiend. Echt een aanrader om te lezen.’ ‘Het verhaal gaat over de kernzaken in het mensenleven: jong zijn, maar ook oud; alleen zijn maar ook samen met anderen; het mysterie van verliefd zijn enz. Mogelijk kon het versteende Etruskische echtpaar er al over meepraten, vandaar die eeuwige glimlach!’