Beschrijving
Het boek Gerard Reve / 3 De late jaren (1975-2006) van Nop Maas is verschenen in 2012.
Met Gerard Reve, ‘Kroniek van een schuldig leven’. Deel 3: De late jaren (1975-2006) voltooit Nop Maas zijn indrukwekkende biografie.
Deel 1:’De vroege jaren’ behandelde de jaren 1923-1962. Reve’s jeugd en schooltijd, de oorlogsjaren, zijn tijd als journalist bij Het Parool, De avonden en de andere vroege werken, zijn huwelijk met Hanny Michaelis, de worsteling met zijn homoseksualiteit, de Engelse jaren en zijn relatie met Wim Schuhmacher (Wimie).
Deel 2: De ‘rampjaren’ ging over de periode 1962-1975, waarin Reve zeer succesvol was als auteur (met o.a. Op weg naar het einde, Nader tot U, De taal der liefde en Lieve jongens) en bovendien een mediafiguur werd. Opzienbarende gebeurtenissen waren zijn toetreding tot de roomskatholieke kerk, het ‘Ezelproces’, de toekenning van de P.C. Hooftprijs en de daarop volgende huldiging in de Allerheiligst Hartkerk. Zijn relationele leven in die periode was aanvankelijk redelijk stabiel met Willem Bruno van Albada (Teigetje, Tijger), maar werd allengs woeliger.
Het derde deel, De late jaren, is gewijd aan de laatste dertig levensjaren van Gerard Reve. De jaren waarin onder meer Moeder en zoon verscheen, De vierde man, de imposante roman Bezorgde ouders en eindelijk dan toch, langverwacht, Het boek van violet en dood.
Ook in deze periode kwam hij regelmatig in de publiciteit, met zijn literaire
werk, met zijn openbare optredens, met zijn sociaal-politieke uitspraken.
In zijn persoonlijke leven was het de periode van zijn meest langdurige relatie, met de 25 jaar jongere Joop Schafthuizen. Gegeven het karakter van Reve lag het niet voor de hand dat deze relatie een harmonieus karakter zou hebben. Ze was dan ook, zoals Joop Schafthuizen het uitdrukte, ‘barok’ van aard: een verhouding met toppen en diepe dalen. Mét elkaar hadden Reve en Schafthuizen het vaak moeilijk, of was het onhoudbaar, maar zónder elkaar ging
ook niet. Allebei hebben ze op het punt gestaan aan hun relatie een eind te maken, maar geen van tweeën heeft ten slotte doorgezet: daarvoor waren ze te veel aan elkaar verknocht. Naarmate de eeuwgrens naderde, verslechterde Reve’s geestelijke en lichamelijke conditie. De relatie veranderde daardoor aanzienlijk. In plaats van een vriendschap tussen een oudere en een jongere partner was er steeds meer sprake van een hulpbehoevende en een verzorger.
Dit derde deel van Maas’ biografie geeft een aangrijpend beeld van de laatste periode uit Reve’s leven. Net als de eerdere delen bevat het boek een rijkdom aan nieuwe gegevens.